Twee eilanden en een gezonken huis

Eerst vanochtend weer een uitgebreid ontbijt. Er waren gisteren twee andere gasten aangekomen dus we waren met zijn vieren vanochtend. Het andere stel was een gepensioneerd echtpaar die al eens eerder in New Iberia waren geweest vanuit New Orleans maar toen de tijd te kort vonden en dus terug kwamen om verder rond te kijken. Voor ons zat het verblijf hier er op, dus alles weer ingeladen en via wat tussenstop op weg naar de één na laatste halte op deze reis: Baton Rouge, de hoofdstad van Louisiana.
Maar met een omweg dus, want de afstand is slechts een anderhalf uur rijden. Het is erg vochtig weer vandaag. Redelijk bewolkt en een temperatuur van midden twintig graden en flink benauwd. Dus erg rustig aan doen. Het ziet er ook wat dreigend uit, we krijgen nog wel een buitje vandaag. De eerste stop is zo'n 20 mijl bij ons vandaan: Avery Island. Hier wordt de Tabasco saus gemaakt. We krijgen een rondleiding door de fabriek, een filmpje over het ontstaan van het bedrijf en Avery Island en er is een leuke tabasco shop met alle verschillende sausen en aanverwante artikelen. Je kan er ook een doosje kopen om je eigen rode pepers te kweken, en natuurlijk t-shirts etc. Je kan ook alle sausen proeven en dan kan je na sommige van de echt scherpe sausen wel een paar slokken water gebruiken!
Er is op Avery Island ook een jungle garden aangelegd, waar je met de auto een route volgt langs een aantal punten in het park. En terwijl wij het hek inrijden begint het te regenen. Eerst nog zachtjes, maar niet lang erna barst het flink los, en begint het ook te donderen. Het lijkt deze trip wel dat het alleen regent wanneer wij in een tuin rond (willen) lopen. Dus rijden we langzaam rond, af en toe een foto nemend vanuit de auto en ik waag het er twee keer op als het wat zachter regent. De eerste keer naar een uitkijktoren bij een meer waar erg veel vogels zitten. Helaas schuilen die voor de regen want als ik er sta zitten er slechts een paar witte kleine reigers in een boom vijftig meter verderop. De tweede keer loop ik door de regen naar een boeddha beeld dat over de tuinen uitkijkt. Als we weer bij de uitgang zijn regent het bijna niet meer....
Dan de saus. Deze wordt hier sinds 1868 gemaakt. Avery Island is een zout dome en het werd in 1818 gekocht door John Craig Marsh. Hij maakte er een suikerplantage van. Zijn dochter Sarah Craig Marsh trouwde in 1837 met Daniel Dudley Avery. Daniel was een advocaat uit Baton Rouge en werd in 1849 mede-eigenaar en in 1855 de enige eigenaar van de plantage. Gedurende de burgeroorlog werd de zoutmijn ontdekt en deze produceerde meer dan 10.000 ton zout voor de confederatie.
Voor de oorlog trouwde Edmond Mcllhenney met Mary Eliza Avery, de dochter van Daniel en Sarah en kwam zo in de Avery familie. Hij richtte de Mcllhenney Company op en begon met het produceren van een peper saus na de oorlog. In 1870 kreeg hij het patent op de saus en deze wordt nog steeds op dezelfde manier bereid als toen.
De peper wordt ook op Avery Island gekweekt maar wordt nu alleen nog maar gebruikt voor de zaden. Deze worden naar verschillende Midden- en Zuid Amerikaanse landen verstuurd waar de pepers worden gekweekt. Ze worden nog steeds met de hand geplukt als ze een dieprode kleur hebben gekregen. Daarvoor hebben de plukkers een kleine baton rouge - rood stokje - bij zich om zo te checken of de peper de juiste kleur en rijpheid heeft. Dezelfde dag wordt de peper gemalen en met een klein beetje zout vermengd waarna het mengsel in gebruikte whiskeyvaten drie jaar lang verder rijpt. Daarna wordt het in de fabriek op Avery Island vermengd met een azijn en gebotteld. Tegenwoordig bottelen ze hier 2,4 miljoen van de bekende flesjes per week en exporteren ze het naar meer dan 120 landen.
De familie heeft Avery Island verder ontwikkeld als natuurgebied. Ze hebben er ook voor gezorgd dat de bijna uitgestorven kleine witte reiger zich op het eiland weer heeft hersteld tot tienduizenden die ieder jaar weer komen broeden op het birds island in het park.

De tweede stop is ook een eiland, namelijk Jefferson Island. Hier staat een oude koloniale villa en ook hier zijn tuinen aangelegd. Deze wandelen we door voor we een tour door het huis krijgen. Het regent inmiddels niet meer dus dat is al een flinke vooruitgang. Wel is het nog erg vochtig dus in plaats van regendruppels vormen zweetdruppels zich.
Het huis is de Joseph Jefferson mansion en gebouwd in 1870. Het is een mengelmoes van stijlen, het heeft gotische elementen, moorse en Franse en plantage onderdelen. Wellicht komt dit doordat het huis mede ontworpen is door Joseph Jefferson zelf. En deze Joseph was een in zijn tijd zeer bekende acteur.
Ook dit huis staat op een zout dome en hierdoor op een hoogte van zo'n 25 meter boven zeeniveau, ongekend in zuid Louisiana.
Joseph Jefferson werd vooral beroemd door zijn vertolking van Rip van Winkle in het gelijknamige toneelstuk.
Er is nog een tweede huis gebouwd op Jefferson Island, dichter tegen Lake Peigneur aan. Dit meer was een klein, ondiep meertje waar het landgoed aan grenst. Echter in 1980 is er tijdens een olieboring iets fout gegaan waardoor het meer van zoet in zout water veranderde en er een sinkhole ontstond dat verder volliep met water. Het meer is vele malen groter geworden en op plaatsen tachtig meter diep. Het nieuwe huis zonk weg in het water en nu is alleen nog de schoorsteen te zien die boven het water uitsteekt.
Aangezien er geen andere gasten waren kregen we een prive tour door de benedenverdieping van de mansion die met veel antiek is ingericht. Helaas mogen we binnen geen foto's maken. Als we weer buiten staan wordt het tijd om naar Baton Rouge te gaan. Anderhalf uur later checken we in en laden we de spullen weer uit. We gaan nog even naar de Louisiana Mall en eindigen de dag bij Red Lobster! Morgen de omgeving hier verkennen.